Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Achtergrond

Bij organiseren betekenis herkennen en honoreren - "Niemand kan nog zeggen dat hij van de prins geen kwaad wist"

0 | 6 oktober 2003 | 7-9 minuten leestijd
Haat èn fascinatie wellen op bij het lezen van 'Met gevoel voor realiteit, over herkennen van betekenis bij organiseren', het magnum opus van Wim van Dinten. Na een worsteling met 766 dicht bedrukte pagina's slaat dat geleidelijk om in inspiratie en een baaierd aan nieuwe inzichten. En in verwondering over de verbijsterende diepgang en veelzijdigheid van boek en auteur. Jaap Peters noemde het in zijn recensie in Manager & Literatuur "een boek in de buitencategorie", een meesterwerk. Maar hij liet ook weten hoezeer het voor hem en zijn collega's een gevecht geweest was. Het boek pakte hen volledig en tegelijkertijd was niemand nog in staat om tot een definitief oordeel te komen. Wel is één ding duidelijk: dit boek beschrijft onze huidige wereld zo indringend en herkenbaar, dat geen politicus of burger het eigen falen nog kan vergoelijken, door zich erop te beroepen dat hij van niks wist.(de prins geen kwaad wist) Redenen genoeg om Van Dinten een aantal vragen voor te leggen. Je boek snijdt onwaarschijnlijk veel aan. Waar gaat het in essentie over? De titel maakt dat duidelijk. Het gaat over: 'Het herkennen van betekenis bij organiseren'. Ik maak onderscheid tussen 'realiteit' en 'werkelijkheid'. Werkelijkheid is de realiteit zoals je die zèlf waarneemt. In die werkelijkheid lijkt de betekenis van verschijnselen duidelijk. De realiteit is echter de wereld buiten jou, waar jij zelf ook deel van uit maakt en die je maar beperkt kunt kennen. We laten zien dat we vooral in de westerse wereld steeds meer van onze (eigen) 'werkelijkheid' uitgaan. Het laat ook zien dat we daardoor steeds minder in staat zijn te herkennen welke betekenis verschijnselen in de 'realiteit' hebben. 'Met gevoel voor realiteit' roept op, om ons inlevingsvermogen in de realiteit te herstellen. En om oog te hebben voor de plaats die we zelf in die realiteit innemen en voor de manier waarop we zelf betekenis geven. De consequenties ervan zijn omvangrijk. Voor mensen én instellingen. Voor de manier waarop je politiek bedrijft, met andere mensen of met de natuur omgaat. Je introduceert vier principes van betekenisgeving. Daaraan koppel je vier typen van vooringenomenheid of 'oriëntaties'. Bij iedere oriëntatie is een passende organisatievorm te definiëren. Zo ontstaan vier organisatievormen. Bij de eerste twee oriëntaties geef je betekenis vanuit jezelf. Bij de twee laatste krijg je betekenis vanuit je omgeving of de groep waartoe je behoort. Bij de organisatievormen die horen bij de laatste twee oriëntaties wordt nauwelijks geïntervenieerd. Zeker niet aan de hand van doelen. Maar zijn dat dan nog wel vormen van organiseren? Organiseren beschouw ik als 'het inrichten van de omgeving'. Daar past bij dat je herkent en accepteert dat sommige ordeningen alleen in evolutie kunnen ontstaan. Ze zijn niets anders dan uitkomst van een toestand, die je hooguit kunt beïnvloeden maar niet kunt maken. Je kunt wel leren de evolutie van zo'n ordening waar te nemen. Je kunt een evolutie ook bevorderen. Je moet leren te herkennen hoe je alleen al door jouw wijze van aanwezigheid en presenteren veranderingen teweeg brengt. Je gaat herkennen hoe het gedrag van mensen met een bepaalde toestand verbonden is. Veiligheid is een toestand. Die kun je niet maken door doelen te stellen en acties te plannen. Een multiculturele samenleving is ook zo'n 'toestand'. Die kun je niet afdwingen of opleggen. Hij staat voor respect, voor betekenis die mensen elkaar geven. Ook 'duurzaamheid' is een niet-construeerbare 'toestand'. Je kunt hooguit voorwaarden scheppen die bijdragen tot duurzaamheid. Als je dit eenmaal herkent en accepteert, komt er een scala van mogelijkheden beschikbaar. Je kunt die gebruiken om veiligheid, multiculturaliteit en duurzaamheid dichterbij te brengen. Die mogelijkheden zijn principieel goedkoop, omdat ze in de samenleving, in een groep of afdeling ontstaan. Het lastige is dat je moet accepteren dat zulke ordeningen er anders uit kunnen zien dan jij je wellicht voorstelt. En precies daar zit het probleem voor degenen die van zichzelf uitgaan en een oplossing vooraf bedacht hebben. Die hebben weinig mogelijkheid om te organiseren door ruimte te geven. Zij moeten regels stellen om de door hen gedachte oplossing te bereiken. En naleving van die regels moeten ze controleren en handhaven. Dat zet nieuwe ontwikkelingen niet alleen vast, maar kost ook geld, veel geld. Als een leiding zo organiseert, zie je hun organisatie langzaam vastlopen. Dat zie je ook als een regering zo politiek bedrijft: de samenleving loopt vast. Er ontstaan spanningen die plotseling kunnen escaleren zodra er een aangrijpingspunt ontstaat. Dat vastlopen en die escalaties zijn signalen. Als een regering dan denkt op de oude voet verder te kunnen gaan, heeft ze die signalen niet begrepen en de 'toestand' waarin dit vastlopen ontstond, niet herkend. De spanningen zullen oplopen en het wachten is dan op een aanleiding voor een nieuwe escalatie. Het is voor velen een hele klus om zich de inhoud van het boek meester te maken. En zelfs daarna blijft de twijfel of je het wel helemaal begrijpt. Tegelijkertijd heb je het gevoel dat eigenlijk iedereen van de ideeën kennis zou moeten nemen. Is dat geen ongemakkelijke paradox? Het boek is te typeren als wijsgerige sociologie. Wie het doorleest merkt dat er veel meer aan de orde komt dan organiseren. Al lezende merk je dat het gaat over hoe je in de wereld staat, wat voor jou betekenis heeft, hoe je dat herkent. Je treft beschouwingen aan over ontwikkelingen op allerlei terreinen: taal, media, filosofie, bedrijfskunde, politiek, economie, enzovoort. Het boek geeft geen programma. Het is geschreven als waarneming. Lezers zeggen: "Op vrijwel elke pagina kom ik mijzelf tegen. Je herkent wat je negeert, hoe je zelf betekenis geeft, krijgt of hebt". Je raakt al lezende in een toestand waarin je bij jezelf te rade gaat. Je herkent de problemen van onze tijd, hoe je daar zelf in zit of tegenover staat. Je ervaart die herkenning als aangrijpend en inderdaad als een soort gevecht . Het boek wordt moeilijk omdat het jouw paradigma en dat van veel mensen uit je omgeving zichtbaar maakt. Het laat je niet meer los, je raakt puzzled. Ik kan me voorstellen dat je het boek af en toe haat maar tegelijkertijd niet meer weg kunt leggen als je er eenmaal mee begonnen bent. Het verhoogt je sensibiliteit en geeft je een nieuw gevoel voor realiteit. Ik hoop dat mensen het boek na verloop van tijd tegenover anderen ervaren als legitimatie voor hun manier van kijken. Om te duiden wat eerder niet onder woorden te brengen was (kon brengen), moest nieuwe taal ontwikkeld worden. Taal beperkt je in je mogelijkheden. Neem alleen al het verschil tussen 'werkelijkheid' en 'realiteit'. In het Engels is er maar één woord voor: reality. Ook in Nederland gaan wij met dat verschil nogal slordig om. Dat kun je bijvoorbeeld zien aan de omschrijvingen die Van Dale geeft. Mensen denken vaak dat zij van de 'realiteit' uitgaan, maar zullen in veel gevallen van de (eigen) 'werkelijkheid' uitgaan. Zonder dat overigens te beseffen. Je kunt dat overal waarnemen. In de opleidingen economie, bij bedrijfs- en bestuurskunde is de impliciete aanname dat managers, politici of bestuurders van zichzelf mogen uitgaan! De kern van ons bezwaar tegen de heersende aanpak in de zakelijke dienstverlening en de publieke sector is, dat iedereen het ook daar vanzelfsprekend lijkt te vinden om van zich zelf uit te gaan. Veel van je 125 cases gaan daarover. Ze lezen als een roman, maar het boek wil toch ook helpen om paradigmatische verandering in organiseren mogelijk te maken. Tegelijkertijd wil je zoveel mogelijk mensen bereiken. Overweeg je ook een populaire editie van het boek? 'Neen'. Het gaat niet om het bereiken van de grote massa. Mijn hoop is gevestigd op mensen die met dit gedachtegoed in allerlei organisaties aan de slag gaan. Het gaat om het bereiken van die mensen die in staat zijn om in verschillende omgevingen alle vier de oriëntaties te leren herkennen. Dat zijn de mensen die overzicht willen ontwikkelen en willen wegen in welke verhouding die verschillende principes in hun situatie gehonoreerd zouden moeten worden, om dan overeenkomstig te kunnen organiseren. Zij kunnen in Raden van Bestuur of in toezichthoudende organen zitten. Zij kunnen volksvertegenwoordiger of ambtenaar zijn, politieman, verpleger, beleidsmedewerker of manager, enzovoort. Wij willen via de door ons opgerichte Stichting Sezen (www.sezen.nl)l deze mensen en hun organisaties graag verder helpen. Sezen brengt mensen in contact met een àndere wijze van organiseren.
Over Adri Donker
Adri Donker is sociaal-geograaf en zelfstandig gevestigd adviseur. Hij is onder meer praktijkdocent bij de Academie voor Management van de Rijksuniversiteit Groningen en maakte als extern adviseur van Van Dintens voormalige Stafgroep Strategie bij Rabobank Nederland.

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden