Een manager verzucht: ‘We hebben meermalen duidelijke afspraken gemaakt waar iedereen achter staat, maar niemand brengt ze in praktijk’. Het is een voorbeeld van hoe de onderstroom aan de oppervlakte zichtbaar wordt. En ook al is het lastig de onderstroom te zien, hij is er wel. Om zicht te krijgen op -verander-processen die je als leidinggevende of adviseur voelt, maar niet begrijpt, kan de theorie van systemisch interveniëren van pas komen.
Systemisch interveniëren
Waar gaat het over bij systemisch interveniëren? De organisatieadviseur Arend Ardon en systemisch leiderschapscoach Cynthia van der Zwan hebben het in Wat speelt hier? over sociale systemen zoals een gezin, een sportteam of een afdelingsteam. Deze systemen hebben elk een eigen set aan gebruiken en ongeschreven regels, die invloed heeft op hoe mensen zich binnen het systeem gedragen. Voor alle interacties, dynamieken en patronen die ontstaan in de context van een systeem, gebruiken Ardon en Van der Zwan in dit boek het woord systemisch.
Moeizaamheid
Het is niet nodig om onder alle omstandigheden op zoek te gaan naar krachten in de onderstroom. Dat doe je vooral als daar aanleiding voor is. Bijvoorbeeld als je merkt dat je steeds weer in dezelfde moeizaamheid terechtkomt, het gevoel hebt met de rem erop te werken, steeds weer uit verbinding raakt, brandjes blijft blussen of het idee hebt dat er meer speelt. Meer van hetzelfde helpt dan niet.
Leesbaar
De leesbaarheid van het boek wordt bevorderd doordat elk hoofdstuk dezelfde opbouw heeft. Zo begint elk hoofdstuk met een korte beschrijving van een verandersituatie waar iemand in is vastgelopen. Ardon en Van der Zwan analyseren vervolgens het voorbeeld, en kijken vanuit het systemisch perspectief naar het vraagstuk. In elk hoofdstuk staat ook een oefening, en is er aandacht voor de analogie met het familiesysteem. Elk hoofdstuk sluit af met een kritisch tegengeluid, zoals: ‘Je kunt toch niet altijd over alles weer in gesprek gaan?’ of ‘Er moet toch ook gewoon gewerkt worden?’
Verdwalen
In het laatste hoofdstuk gaan Ardon en Van der Zwan in op wat systemisch interveniëren vraagt van degene die het wil toepassen. Het is een werkwijze die je - volgens de auteurs - niet onberoerd laat. Het vraagt veel van de leider of adviseur. Zo moet je bereid zijn om naar jezelf te kijken, je moet durven verdwalen en teleurstellingen kunnen incasseren. Hiervoor is het nodig dat je accepteert dat je het soms niet weet.
Externe begeleiders
De auteurs richten zich met Wat speelt hier? zowel op mensen die werkzaam zijn in een organisatie als op externe begeleiders. Voor de eerste groep is het boek een goede introductie in systemisch interveniëren. Het valt te betwijfelen of elke leidinggevende na het lezen van het boek in staat is om met de aangeboden modellen en verschillende oefeningen aan de slag te gaan. Of zoals Ardon en Van der Zwan het zelf zeggen: enige ervaring met het begeleiden van gesprekken over onderlinge relaties is wenselijk. Bij het toepassen van het stappenplan stellen ze dat je deze niet instrumenteel kunt inzetten, er is een bepaalde houding, attitude en ‘innerlijke staat’ voor nodig - die ze in het boek verder uitwerken. Verder merken ze op dat een verandering volgens de systemische regels veel vraagt van degene die leiding geeft aan dit proces. Enige veranderkundige kennis en ervaring lijkt ook wel noodzakelijk. De voorbeelden van verandervragen, die afkomstig zijn uit de opdrachten van de twee auteurs, laten dat duidelijk zien.
Onderstroom
Ardon en Van der Zwan bieden in Wat speelt hier? de lezer taal, inzichten en handvatten om het onzichtbare aan de oppervlakte te brengen, c.q. om de onderstroom beter te begrijpen. Mensen die een wetenschappelijk onderbouwd betoog verwachten, zullen teleurgesteld raken. Het is namelijk vooral en praktisch opgezet boek. Ardon en Van der Zwan zijn geslaagd in hun voornemen om met hun boek handvatten aan te bieden om verandervragen vanuit een systemisch perspectief te benaderen. Na lezing weet je wat systemisch denken en handelen in de context van organisaties omvat. Ook al stellen Ardon en Van der Zwan dat hun aanpak vooral effectief is in situaties waar gangbare veranderbenaderingen al zijn gestrand, een aantal ideeën lijken ook bruikbaar bij ‘normale’ organisatie- en verandervraagstukken. De losse schrijfstijl tot slot maakt het boek goed leesbaar.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.