Koenen is helder in zijn stelling: het oplappen van piramidale organisaties, bijvoorbeeld door te reorganiseren of programma’s voor cultuurveranderingen te lanceren, heeft geen enkele zin. In de meeste klassieke organisaties wordt de levenslust van medewerkers stelselmatig beperkt. Dat gaat niet bewust maar komt door de structuur, door de terreur van interne regels en procedures. Koenen weet waar hij over praat, hij werkte zelf (als manager) bij Philips en GTI. Hij betitelt Philips als een mooi bedrijf waar hij echter veel goede ideeën zag afsterven door regelgeving en inertie. Waardoor creatieve mensen er het zwijgen toe deden, of gewoon weggingen.
Kortom, weg met de piramidale organisatie en op weg naar een atomiumorganisatie. Koenen beschrijft schitterend hoe en waarom hij al als kind werd gefascineerd door dit Brusselse bouwwerk, het icoon van de Brusselse Wereldtentoonstelling uit 1958. Dat zit ‘m in de vorm, waarin bollen en buizen samen een organisch geheel vormen. Laat die bollen in een organisatie bestaan uit zelfstandige eenheden, en de buizen de verbindingen daartussen leggen. Het is van belang om die verbindingen goed te organiseren, anders stort het hele bouwwerk in elkaar. Met de vergelijking met het Atomium wil Koenen laten zien dat de nadruk binnen organisaties moet liggen op verbindingen en relaties, niet op structuren en procedures, zoals in de klassieke organisatie.
Maar zie de metafoor van het Atomium, dat de vorm heeft van een ijzerkristal, ook weer niet als iets vaststaands, zo waarschuwt Koenen! Misschien is de vergelijking van de organisatie-van-de-toekomst met schuim nog beter: schuim verandert namelijk voortdurend van vorm, zonder centraal middelpunt.
En zo brengt Koenen de lezer in dit boek (op fenomenale wijze) telkens weer op nieuwe, andere gedachten en associaties. Daarbij schuwt hij - met inspirerende vergelijkingen vanuit de muziek, schilderkunst en architectuur - de paradox niet, want het leven is zijn ogen immers niet anders dan één grote paradox: het leven is angst en verlangen, stilstand en beweging, groepsbelang en individueel belang. De leider van nu moet juist die uitersten zien te verbinden.