Als kleine jongen heeft Eric Koenen voor het eerst het Atomium in Brussel aanschouwd. Nu , vele jaren later, schrijft hij 'De atomiumorganisatie', een boek waarin hij het Atomium gebruikt als metaforische tegenhanger voor de klassieke hiërarchische organisatie.
Het beeld dat Koenen schetst van de hiërarchische organisatie is meteen herkenbaar. Kenmerken als bureaucratisch, remmend op initiatief en creativiteit, sturing op basis van macht in plaats van gezag … we komen ze overal in de organisatieliteratuur tegen.
Koenen zelf is zijn carrière bij Philips begonnen en maakte zo al vroeg kennis met de starheid en rituelen van een archaïsch bedrijf. Typerend voor de daar geldende gezagsverhoudingen en ronduit vermakelijk is zijn anekdote over de CVO, de Carrière Verwoestende Opmerking.
De tegenhanger van deze geestdodende en verstikkende piramideorganisatie is de fluïde, zelforganiserende en lerende netwerkorganisatie, door Koenen Atomiumorganisatie genoemd. Het is een samenwerkingsvorm waarin de waardering voor onderlinge verschillen en kwaliteiten de ruimte opent voor creativiteit, pluriformiteit, verantwoordelijkheid en integriteit. Draaiend rond het middelpunt, en aaneengeschakeld door talloze, flexibele verbindingen en knooppunten, is de Atomiumorganisatie in staat tijdig en adequaat in te spelen op ontwikkelingen in de omgeving.
Deze permanente beweging en verandering vertaalt zich ook naar de werkvloer. Balancerend tussen autonomie en afhankelijkheid halen medewerkers en management het beste uit elkaar en uit hun organisatie.
In zijn boek neemt Koenen alle ruimte voor het neerzetten van zijn Atomiumorganisatie. Met losse hand en ronddwalend in de meest uiteenlopende en curieuze uithoeken van de filosofie, psychologie, theologie, architectuur en managementwetenschap, sprokkelt hij de bouwstenen voor zijn ideale organisatie bij elkaar.
Zo krijgen we ter illustratie van de levensvatbaarheid van de Atomiumtheorie een amalgaam van voorbeelden, onderzoeken en persoonlijke ervaringen voorgeschoteld. De bonuscultuur, generatie Einstein, het nieuwe werken, frugal innovation, gedecentraliseerde energieopwekking en pijltjes gooiende chimpansees… overal ziet Koenen wel aanknopingspunten met zijn theorie.
Maar daarmee is nog niet het laatste woord gezegd. Achter de bonte facade van theorieën en praktijkgevallen zien we een auteur die zich oprecht zorgen maakt over de mores en gang van zaken in het bedrijfsleven. Iemand die zich ergert aan zaken als machtmisbruik en immoreel gedrag aan de top, de tweederangs behandeling van vrouwen, het smoren van deviante meningen, de zinloze rituelen van het vergaderen en het wijdverspreide onvermogen tot oprecht en aandachtig luisteren naar elkaar.
En daarin zit ook de kracht van het boek. Koenen heeft een bijna ontwapenend geloof in de niet-hierarchische organisatie en de positieve, verbindende kracht van mensen. Met treffende citaten en oneliners weet hij de lezer te prikkelen. De metafoor van de Atomium lijkt daarin niet meer te zijn dan het vehikel om het geheel aan elkaar te knopen. In zijn voorwoord laat Koenen weten dat het geen boek is van tips, trucs en pasklare oplossingen. Hij wil oproepen tot het stellen van vragen. En dat is waar het boek inderdaad toe uitnodigt.
Over Jan Boerstra
Jan Boerstra is senior organisatieadviseur en projectleider bij de provincie Flevoland.