Als alternatief wordt in de literatuur wel een holistische manier van kijken naar organisaties bepleit, gekenmerkt door een nieuwe, passende taakopvatting voor leiders en een dynamische manier van werken. Kortom, ander organisatiegedrag. Dat maakt de relevantie van de organisatiepsychologie groter dan ooit tevoren.
De organisatiepsychologie heeft tot doel een verklaring te bieden voor het gedrag van mensen in organisaties én dit gedrag te voorspellen (voor zo ver dat mogelijk is), aldus de auteurs van het lijvige studieboek Gedrag in organisaties. In het eerste deel, dat een introductie in de discipline beoogt, werken zij dit wat verder uit. Een belangrijk onderwerp voor de organisatiepsychologie is de taakverdeling en de coördinatie van taken. Hoe worden de medewerkers aangestuurd, hoe worden zij geacht samen te werken, hoe groot is de autonomie die zij krijgen, wat mag en wat moet?
Alleen de beschrijving hiervan is echter niet genoeg. De organisatiepsychologie moet ook – en vooral – duidelijk maken hoe bepaalde structuren van invloed zijn op de leerprocessen en de motivatie van medewerkers. Als flexibiliteit voor de toekomstbestendigheid van organisaties kerncompetentie nummer één is – en daar twijfelt intussen niemand meer aan – moeten taakverdeling en coördinatie van taken dit ook mogelijk maken.
Om hun doelgroep – bachelor studenten vooral – wegwijs te maken in deze veelomvattende discipline, hebben de auteurs gekozen voor een heldere opbouw. Na de eerdergenoemde introductie in het vakgebied, die met name tot doel heeft het onderwerp af te bakenen, gaan zij uitvoerig in op individuele processen in organisaties: individuele percepties, attributie en besluitvorming, motivatie, diversiteit, emoties en stress en leren. In het volgende deel brengen zij sociale beïnvloeding in beeld. Het gaat daarbij met name over fundamenten van groepsgedrag, het werken met en in teams en de vraag hoe leiders hun medewerkers kunnen sturen in de richting van de organisatiedoelstellingen. In het laatste deel wordt de organisatie als systeem beschouwd en komen de organisatiestructuur en -cultuur en organisatieontwikkeling aan bod.
Inhoudelijk biedt dit boek geen nieuws. Voor het gelijknamige boek van Gert Alblas en Ella Wijsman, dat bij Noordhoff Uitgevers verschijnt, zijn dezelfde keuzes gemaakt, net als voor Cultuur en gedrag in organisaties van Pieternel Dijkstra en Max Wildschut (uit 2016). Dat daarmee in een behoefte wordt voorzien, blijkt alleen al uit het feit dat het boek van Alblas en Wijsman inmiddels aan een zevende druk toe is. Dat werpt de vraag op wat het boek van Valkeneers, Mestdagh en Benijts méér te bieden heeft. Anders gezegd: wat rechtvaardigt een nieuw studieboek dat ook nog eens dezelfde titel als zijn grote concurrent draagt?
Veel is dat niet. Hooguit zou je kunnen zeggen dat de theorie een zwaarder accent gekregen heeft, maar dat is meteen ook een van de minder geslaagde kenmerken van het boek. In hun inleiding beloven de auteurs een praktische oriëntatie. Wat zij daarmee bedoelen, is mij echter niet duidelijk geworden. Als ik het boek van Alblas en Wijsman ernaast leg, mis ik de casuïstiek en de (vele) praktijkvoorbeelden. Ook wat vormgeving en didactiek betreft oogt het boek niet echt gebruiksvriendelijk. Een website met ondersteunend materiaal is er niet, iets wat tegenwoordig bij geen enkel Nederlands studieboek voor het hoger onderwijs ontbreekt. Docenten die het boek gebruiken, moeten maar een mailtje sturen naar een van de auteurs.
Gedrag in organisaties van Valkeneers, Mestdagh en Benijn heeft mij dus nogal teleurgesteld. Als je besluit een nieuw boek over Organizational Behaviour te schrijven – voorwaar geen klein klusje – ga dan eerst eens met elkaar op zoek naar een aanpak die onderscheidend is. Zeker als je boek uiteindelijk dezelfde titel krijgt als de concurrent naast wie je bestaansrecht wilt verwerven. Dat is nu blijkbaar niet gebeurd.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.