Het doel van portfoliomanagement is om de combinatie en volgorde van initiatieven zodanig te organiseren dat de onderliggende strategische doelen zo optimaal mogelijk worden bereikt. En daarbij nadrukkelijk rekening te houden met alle praktische beperkingen en afhankelijkheden die aanwezig zijn, zowel extern als intern. Op zichzelf is dat logisch om te doen. Het geheel aan middelen, tijd en capaciteit is namelijk begrensd.
Besturing
Nu steeds meer organisaties in de uitvoering van die projecten en programma’s gebruik maken van agile werkwijzen, heeft dit consequenties voor de besturing. De uitvoering vindt namelijk plaats door stabiele agile teams (veelal georganiseerd in ketens van teams), waardoor het noodzakelijk is dat portfoliomanagement daar rekening mee houdt. De besturing via programma’s, projecten, budgetten en resources verschuift naar een besturing via roadmaps, backlogs, sprints en teams. De term die hiervoor gebruikt wordt is: agile portfoliomanagement.
Volle breedte
Het boek Agile portfoliomanagement – De brug naar strategische wendbaarheid beschouwt portfoliomanagement in de volle breedte; van volledig planmatig tot compleet ontdekkend. De mate van wendbaarheid zal namelijk afhankelijk zijn van het soort organisatie, dienstverlening, markt en klanten. In tien hoofdstukken worden tien aandachtsgebieden behandeld om de wendbaarheid van portfoliomanagement stap voor stap te vergroten:
1. De tijdshorizon/cycle-time van portfoliomanagement – Hoe ver wordt er vooruit gekeken en hoe snel wordt er geleverd?
2. De hoeveelheid onderhanden werk – Hoeveel parallel-initiatieven lopen er tegelijkertijd en hoeveel onderlinge afstemming is daarvoor nodig?
3. Het type resultaatsturing – In hoeverre wordt er gestuurd op het opleveren van producten (output) of op de uiteindelijke impact (outcome)?
4. De mate van strategieflexibiliteit – Hoe sterk wordt een strategie op voorhand vastgesteld of is het mogelijk om tijdens uitvoering deze strategie nog aan te passen?
5. De validatietactiek – Wanneer wordt er gekeken of de verwachte waarde ook daadwerkelijk wordt opgeleverd, na afloop aan het eind of juist doorlopend tijdens uitvoering?
6. De besluitvormingsstructuur – Waar ligt de operationele besluitvorming rond strategische keuzes? Is deze top-down of juist bottom-up ingericht?
7. De besluitvormingsfactoren – Hoe kwantitatief worden strategische beslissingen genomen, en is dat vooral op basis van data en bewijs of op basis van opinie en aannames?
8. De executieflexibiliteit – Hoe flexibel wordt de uitvoering ingericht? Is deze vooral definitief en structureel of juist omkeerbaar en experimenteel?
9. De executiemindset – In hoeverre wordt uitgegaan van stabiele en voorspelbare performance of maakt het groeien en vergroten van de executiekracht onderdeel uit van het portfoliomanagement?
10. Het verbeteren van portfoliomanagement – Hoe frequent wordt portfoliomanagement zelf verbeterd? In welke mate wordt en continue gewerkt aan het optimaliseren van portfoliomanagement zelf?
Het uitwerken van deze aandachtsgebieden gebeurt met behulp van modellen, praktijkvoorbeelden, tips, concrete acties en verwijzingen naar literatuur. Daarnaast zijn in het boek drie gedetailleerde praktijkcases opgenomen, die laten zien hoe Knab, VGZ en FrieslandCampina hun portfoliomanagement in de praktijk hebben ingericht.
Over Henny Portman
Henny Portman is eigenaar van Portman PM[O] Consultancy en biedt begeleiding bij het invoeren en verbeteren van project-, programma- en portfoliomanagement inclusief het opzetten en verder ontwikkelen van PMO's. Hij is auteur en blogger en publiceert regelmatig artikelen.
Over Rini van Solingen
Rini van Solingen is CTO bij Prowareness, waar hij klanten helpt bij het snel en wendbaar maken van hun organisatie. Tevens is hij deeltijdhoogleraar aan de TU Delft en verzorgt hij regelmatig colleges aan Universiteit Nyenrode. Rini heeft technische informatica gestudeerd aan de TU Delft en is gepromoveerd in de bedrijfskunde aan de TU Eindhoven.