Eefje Rondeel is wetenschapper en heeft voor Zin en onzin over coaching meer dan 100 wetenschappelijke artikelen doorgenomen over effecten en effectiviteit van coaching. De meeste daarvan zijn behoorlijk recent. Het boek geeft dan ook een goede inkijk in de actuele stand van zaken. Coach Aveline Dijkman bracht haar werkpraktijk in, met ervaringen als coach, opleider en supervisor van coaches en zelfs als coachee. Ook laten zij veel deskundigen uit de praktijk aan het woord. Dit sluit aan bij het uitgangspunt van evidence-based coachen: het gebruik van het best beschikbare bewijs uit zowel wetenschappelijk onderzoek als praktijkervaring. Coaches die volgens dit principe werken, toetsen hun eigen ervaringen aan onderzoek en blijven kritisch ten opzichte van hun eigen ervaring.
Stof tot nadenken
In 12 hoofdstukken behandelen de auteurs vragen die zeer relevant zijn voor de coachpraktijk. De Lubach-vragen: is coaching geen overbodige luxe? Kan iedereen coach worden? De antwoorden daarop verrasten niet erg. Dat was wel vaak het geval bij andere vragen, die mij de nodige inzichten hebben gegeven en aan het denken hebben gezet. Is de relatie tussen de coach en de coachee belangrijker dan de methodiek die de coach inzet? Hoe belangrijk is de match tussen de coach en de coachee: moeten die op elkaar lijken? Het antwoord op deze vraag was verrassend (spoiler alert): veel minder dan je zou denken. Is face to face coaching echt beter dan online coaching? En om helemaal actueel te zijn: hoe effectief zijn AI-coaches? Met ChatGTP als coach of een van de gespecialiseerde coach-bots? Hoe bevallen die? En bij dit alles: wat is het verschil tussen de beleving van een coachee en de coach en de effectiviteit van een coachtraject?
Veel onduidelijkheden
Helpt dit boek om Arjen Lubach en andere critici tegengas te geven? Geven Rondeel en Dijkman het onomstotelijke wetenschappelijke bewijs dat coaching werkt? Helaas, dat is niet makkelijk te zeggen. Lang niet alle coachmethodieken zijn onderzocht, onderzoeken zijn soms gedaan onder een wel heel kleine onderzoeksgroep, en ze spreken elkaar ook nog wel eens tegen.
Veel onderzoek gaat bovendien over therapie en niet over coaching. Dat klinkt als een helder onderscheid, maar in coachland blijft het een interessante vraag: waar ligt de grens? Vaak is er onduidelijkheid over definities: wat wordt bijvoorbeeld eigenlijk verstaan onder coachend leidinggeven? Een hoofdstuk is gewijd aan wandelcoaching. Maar de auteurs komen er niet uit of het nu gaat om wandelcaching als zelfstandige methodiek of ‘gewoon’ wandelen tijdens coachgesprekken. Deze onduidelijkheden maken wetenschappelijk onderzoek naar wat werkt en wat niet natuurlijk erg ingewikkeld. Er is veel onderzocht, maar er valt nog veel meer te onderzoeken. De auteurs nodigen je in het dertiende hoofdstuk uit om zelf ook onderzoek te doen, en ze doen de nodige suggesties voor onderwerpen.
Concluderend kun je wel onderbouwd zeggen: coaching is in het algemeen effectief bij het halen van (sommige) doelen en het vergroten van het vertrouwen in eigen kunnen. Maar Lubach had volledig gelijk dat er wildgroei is in coachingland. Er zijn coaches die coaches coachen om coaches te coachen. Dus los van deze recensie een belangrijke tip van deze coach: let erop dat je coach zich blijft verdiepen in het vak en zichzelf scherp houdt met bijvoorbeeld intervisie. Niet iemand die een driedaagse online cursus heeft gedaan of een BN’er met een slim verdienmodel… Coaching is en blijft een vak!
Zin en onzin over coaching is aanbevolen leesvoer voor alle coaches die hun vak serieus nemen en die met zinnige inzichten onzinverhalen willen bestrijden.
Over Liesbeth Tettero
Liesbeth Tettero is trainer en coach in het openbaar bestuur (www.publice.nl) en van ambitieuze vrouwen (www.feministerie.nl).