Het leek wel een bokswedstrijd. Omdat ik op de eerste rang zat, kon ik de ene na de andere rechtse directe zien aankomen. Al kwam hij soms ook van links. Ik zat namelijk tijdens een benefietdiner aan tafel met enkele (oud)-Kamerleden die de momenten tussen de diverse gangen aangrepen – alsof ze de bel voor de volgende ronde hoorden – om elkaar verbaal te lijf te gaan. Gelukkig zat er ook een televisiepresentator bij ons aan tafel, die het niet kon laten af en toe in te grijpen. ‘Laat hem eens uitpraten...’ Of: ‘Hoor je wat hij zegt?’ Het was duidelijk: praten konden de politici als geen ander. Luisteren leek ze iets minder goed af te gaan.
Een kunst
Froukje Weidema, ethicus en specialist in de dialoog, stelt in haar Luisterboek dat wij ons vermogen om te luisteren schromelijk overschatten. Ik herken dit in de trainingen die ik geef. Zo komt het meer dan eens voor dat deelnemers op de vraag wat hun sterke kanten op het gebied van leiderschap zijn, antwoorden dat ze goede luisteraars zijn. Vervolgens blijken ze tijdens de training voortdurend andere deelnemers te onderbreken of niet door te vragen, maar direct met hun eigen verhaal te beginnen. ‘Autobiografisch luisteren’ kunnen we allemaal. ‘Luisteren zonder weerstand’ blijkt echter een kunst. Dus niet luisteren om haakjes te vinden voor ons eigen verhaal, maar luisteren om echt te onderzoeken wat de ander wil zeggen.
Denktreintjes
Dat we over het algemeen dus helemaal geen goede luisteraars zijn, komt volgens Weidema deels doordat we vaak vooral horen wat we denken dat iemand zegt. ‘Vanaf dat moment vertrekt een denktreintje richting een station waarvan jij dacht dat de spreker daarnaar op weg was. [...] Op het moment dat jouw denktreintje vertrekt, verlaat je de spreker en ga je je eigen route.’ Ik denk dat ik aan tafel bij een knooppunt van spoorwissels zat.
Gelijk krijgen
Een andere belangrijke reden dat dialogen al snel uitmonden in langs elkaar heen lopende monologen, is ons streven om vooral gelijk te krijgen. ‘Het is de doodsteek voor ieder goed gesprek’, stelt Weidema. ‘Hoe harder je roept om je eigen gelijk, hoe meer je de gezamenlijkheid in jullie gesprek smoort.’
Wanneer is de laatste keer dat jij een politicus aan een gesprekstafel (in een talkshow) hebt horen zeggen dat hij zijn mening bijstelt na te hebben geluisterd naar zijn gesprekspartner? En hoe doen we dit zelf thuis...? Au.
Willen wij niet in deze bekende valkuilen trappen, dan is het handig de verschillen tussen ‘discussie’ en ‘dialoog’ voor ogen te houden. Een discussie is bijvoorbeeld gericht op aanvallen en verdedigen, waar een dialoog gaat om onderzoeken en toetsen. Weidema noemt er uiteraard meer in haar boek.
Kloof
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat er vaak een kloof bestaat tussen hoe leidinggevenden denken dat ze presteren en hoe medewerkers dit ervaren. Ik twijfel er niet aan of dit gaat ook op voor ons vermogen om echt naar de ander te luisteren. Wie wil groeien in dienend leiderschap, doet er dus goed aan om te beginnen medewerkers te vragen hoe zij ervaren dat jij luistert. Zaak is uiteraard nu dan ook écht naar hun antwoorden te luisteren.
En wat betreft de politici met wie ik aan tafel zat... ik zou ze graag Luisterboek van Froukje Weidema cadeau doen. Al denk ik dat hun discussie tijdens het diner vooral ook een opvoering was voor de andere tafelgenoten. De echte dialoog vindt hopelijk in de Kamer wel plaats. Hopelijk…
Over Henk Jan Kamsteeg
Henk Jan Kamsteeg is eigenaar van het trainingsbureau Proistamenos. Hij geeft trainingen en keynotes op het gebied van o.a. dienend leiderschap, inclusief leiderschap en storytelling. Daarnaast is hij auteur van diverse boeken zoals Dienend leiderschap, De kracht van het compliment en Spreken met passie; de kracht van storytelling, Inclusief leiderschap en Op weg naar een vitale organisatie