Hoe kwam je op het idee een boek te schrijven over hoe om te gaan met ongemak?
De aanleiding was corona. Toen viel alles opeens stil, mijn werk als coach ook. Opeens had ik alle tijd om na te denken over de vraag: hoe reageer ikzelf als mijn leven niet loopt zoals verwacht of gehoopt? Hoe ga ik om met dat ongemak en wat betekent dat voor mijn vak? En hoe gaan we hier eigenlijk mee om in onze westerse wereld? Ik realiseerde me dat ik altijd angst had voor mogelijk ongemak. Wellicht heeft dat te maken met het Imposter Syndroom dat ik bij meer trainers zie: de angst om vroeg of laat door de mand te vallen. Wat dat betreft ben ik wel jaloers op mensen die conreet dingen maken, zoals timmerlieden of architecten.
Waar focus je op in dit boek?
Ik schrijf over hoe je als trainer of begeleider kunt omgaan met ongemak in werksituaties; niet alleen in individuele coaching of teamcoaching, maar ook als je een organisatie adviseert. Ongemak ontstaat bijvoorbeeld als jouw interventies niet het gewenste effect hebben. Dat kan al ontstaan zodra deelnemers aan een training heel onverwacht handelen of reageren, of op de een of andere manier jouw planning in de war sturen. Let wel, in mijn boek lees je niet over methoden of modellen, maar staat de innerlijke houding van de begeleider centraal.
Waarom hebben we toch zoveel moeite met ongemakkelijke situaties?
Ons diepere verlangen is meestal toch dat het loopt zoals wij willen; dat de werkelijkheid voorspelbaar en stabiel is. Waarbij het uiteraard wel per individu verschilt welke mate van avontuur en onveiligheid je kunt verdragen. Maar doorgaans willen we toch controle hebben over ons leven en niet verrast kunnen worden door onverwachte gebeurtenissen.
In het omgaan met ongemak is het begrip ‘middenpositie’ een belangrijke leidraad, schrijf je. Wat bedoel je daarmee?
Het is een positie waarin je als begeleider heel weloverwogen contact maakt met een ongemakkelijke situatie en met je waarneming daarvan. Waarbij je ook contact maakt met de gevoelens, oordelen en beelden die de situatie bij je oproept. Het gaat om jouw innerlijke houding om met dat ongemak om te gaan, vanuit zowel een rationele, als een emotionele en energetische invalshoek. Als je op een invoelende manier goed contact maakt met jezelf en met de situatie, zul je niet krampachtig reageren en kun je een goede analyse maken, wat in feite de beste interventie is die je kunt doen. Vaak gunnen we onszelf niet de tijd voor een goede analyse, waardoor we te snel in interventies denken. Maar dan ga je makkelijk voorbij aan datgene wat er onder de oppervlakte ligt aan gevoelens, kwetsbaarheden en angsten van mensen.
Omgaan met ongemak in coaching en training is primair voor interventiekundigen c.q. begeleiders, maar jouw uitgangspunt is ‘dat niemand het weet’… lastig?
Haha, dat lijkt verwarrend. Feit is dat onze samenleving erg complex is geworden, denk aan vraagstukken als armoede, klimaat en vluchtelingen. En op individueel niveau zie je, vooral in de westerse wereld, veel mensen worstelen met burnout en depressie. Daar zijn lang niet altijd panklare oplossingen voor. Maar ik zie dat meer als een vruchtbaar uitgangspunt. Want het feit dat we het niet weten, betekent dat we ruimte krijgen om te experimenteren. Om, zoals ik dat noem, uit te proberen en aan te modderen; zonder grote druk om te moeten presteren. We denken vaak veel te makkelijk in oplossingen, in oorzaak-gevolg denken. Maar de werkelijkheid is veel complexer; dan kom je er niet met het benoemen van één oorzaak en één ultieme oplossing.
Je behandelt zes uiteenlopende stromingen.
Ja, ik heb gekozen voor uiteenlopende levensbeschouwingen en psychologische stromingen die ieder op zich interessante aspecten melden over het ongemak waar mensen mee te maken hebben en hoe ze daarmee om kunnen gaan. Ik behandel in vogelvlucht resp. het boeddhisme, het taoïsme, de psychoanalyse, Voice Dialogue, Theory U en mentaliseren. Die verschillen enorm van elkaar, maar ze hebben onder andere met elkaar gemeen dat ze de spanning beschrijven tussen twee polariteiten. Zo zit de charme van het taoïsme ‘m onder meer in het gegeven dat zodra je dingen gaat definiëren, ze je eigenlijk ontglippen. De Tao zegt: laat je meevoeren met de beweging en grijp pas in als het jou vruchtbaar lijkt. Tegelijk geeft de Tao geen kant-en-klare oplossingen.
Hoe vertaal je dat concreet naar het werken als coach of begeleider?
Dat je bijvoorbeeld niet meteen op zoek hoeft te gaan naar pasklare antwoorden, recepten of modellen. Je hoeft je als coach niet op te leggen dat je altijd en in iedere situatie briljant moet ingrijpen. Ik heb decennia praktijkervaring, maar soms weet ook ik ’t even niet. Dan vind ik het van senioriteit en professionaliteit getuigen, als je dat niet-weten dan deelt met de groep en hen als het ware uitnodigt met je mee te denken. Dat kun je overigens pas doen als je wezenlijk wel stevig in je schoenen staat. Maar gun jezelf en de mensen die jij begeleidt die zoektocht. Dat kan uiteindelijke veel opleveren.
In de theorie van Voice Dialogue, gebaseerd op het werk van de Amerikaanse psychotherapeuten Hal en Sidra Stone, is het uitgangspunt dat er in het leven altijd kwetsbaarheid is. Wij zijn nu eenmaal kwetsbare wezens en dus zal er altijd ongemak zijn. Hetzij fysiek, hetzij psychisch of sociaal van aard. Om die kwetsbaarheid te kunnen zien, heb je inlevingsvermogen en zelfreflectie nodig. Ik noem dat ‘mentaliserend vermogen’, wat bij de ene mens veel beter ontwikkeld is dan bij de ander.
Welke vraag krijg jij als coach vaak vanuit teams?
Bijvoorbeeld dat ze elkaar meer willen kunnen aanspreken op misstanden. Maar feedback geven richting collega’s vinden veel mensen in praktijk lastig. Dan trainen we dat een dag, maar blijkt later dat ze er niks mee doen. Als ik dan vraag naar het waarom, zeggen ze dat ze feedback geven eng vinden, bang zijn om ongevraagd feedback terug te krijgen op hun eigen handelen. Dan hoor je letterlijk: ‘Ik was bang dat het door het geven van feedback niet meer zo gezellig zou zijn op onze afdeling’. Tja.
Samenwerken is niet makkelijk, schrijf je.
Inderdaad. Ik merk in mijn werken met teams dat samenwerken in praktijk moeilijker is dan men vaak denkt. Dat komt vooral omdat we allemaal zulke verschillende persoonlijkheden zijn. Waarbij we deel uitmaken van allerlei groepsdynamische fenomenen, waar we ons niet bewust van zijn. En dus is het juist bijzonder als de samenwerking binnen een team goed verloopt! Ik wijs in Omgaan met ongemak in coaching en training dan ook op de uitspraak: ‘Gelukte samenwerking is een moment van geluk’.